Veel Nederlandse ooievaars gaan op trek, naar Zuid-Europa en West-Afrika. Toch zijn er ook ooievaars die ervoor kiezen om in Nederland te blijven. STORK, de ooievaarorganisatie van Nederland, wil graag weten hoeveel er in ons land overwinteren. Zie je een of meerdere ooievaars op 18 of 19 januari? Geef het door!
STORK is benieuwd hoeveel en waar ooievaars in 2025 in Nederland overwinteren.
Daarom een oproep aan iedereen die dop 18 en 19 januari een ooievaar ziet, die waarneming door te geven. Het is de 25e keer dat STORK deze telling organiseert.
De telling is ook een mooie aanleiding om naar buiten te gaan, naar plekken waar je ooievaars verwacht. Zie je er een? Geef dan plaats en aantal door.
Heb je een telescoop bij je? Lees dan de ringnummers af en geef ook die door. Of maak een foto van de ring en vergroot deze op je laptop. Met al die gegevens krijgt STORK inzicht hoeveel ooievaars er trekken, hoeveel er in Nederland blijven en welke leeftijd de overwinterende ooievaars hebben.
Hoe geef je door?
Zie je 18 of 19 januari ooievaars? Geef dan aantal, plaats, datum en eventuele ringgegevens door aan STORK. Dat kan op drie manieren:
via waarneming.nl
via een e-mail met telgegevens naar wintertelling2025@ooievaars.eu
via de telefoon 06 1079 9014
De telling vorig jaar
Afgelopen winter telden meer dan 600 mensen 953 verschillende ooievaars verspreid over het hele land. Er werden vaker concentraties zijn gemeld en minder ‘losse’ ooievaars. Deze grote groepen worden meestal gezien in de buurt van bedrijventerreinen en locaties waar afval wordt verwerkt. We kennen dit verschijnsel al langer vanuit het buitenland, waar ooievaars en andere trekvogels de vuilstortplaatsen als pleisterplaats gebruiken.
In zachte winters blijven ooievaars, die in eigen land overwinteren, vaak in de buurt van het nest. Ze kennen de omgeving en weten waar voedsel te vinden is. Als de grond bevroren is, of er ligt sneeuw, dan verandert dat. Dan moeten de ooievaars op zoek naar plekken waar meer voedselzekerheid is.
