Foto Ria Lambregts
In de nieuwsbrief ErvenPlus – Nr 12. Augustus 2022 stond het volgende artikel over huiszwaluwtillen.
Sinds de eerste huiszwaluwtil in Nederland werd geplaatst in 2008, zijn de aantallen gestaag gegroeid. Momenteel staan er meer dan 230 huiszwaluwtillen verspreid door het land. Maar, wat is nou precies zo’n til en hoe zinnig is de (toch vrij dure) aanschaf en plaatsing ervan?
Een huiszwaluwtil biedt, op een andere plek dan aan de gevel van een gebouw, nestgelegenheid voor deze mooie zwaluwen. Als koloniebroeders vinden ze het fijn om bij elkaar in de buurt te broeden. Zo’n til biedt dus uitkomst. Maar lang niet alle tillen in Nederland zijn bezet.
Het bezettingspercentage in 2015 van toen in totaal 32 huiszwaluwtillen in Brabant lag rond 23%. Dit percentage ligt landelijk in 2020 op 19,5%. Vrij laag, dus.
Toch moet daar een kanttekening bij worden geplaatst. Zo blijkt namelijk dat bij tillen die geplaatst worden op zandgrond dat het aantal bezette nesten per til anderhalf keer groter is dan op kleigrond. Dat verklaart misschien ook het relatief hoge aantal bezette tillen in Brabant. Op kleigrond is het voor de zwaluwen makkelijker een eigen nestje te bouwen van duizenden bolletjes klei. We weten allemaal dat dat beter plakt! Op zandgrond is dat, zeker met droogte, wel anders. De kunstnestjes aan een huiszwaluwtil zijn waarschijnlijk daarom meer in trek op zanderige bodems.
Daarnaast speelt de reden van de plaatsing van zo’n til een belangrijke rol. Als de reden voor plaatsing ‘compensatie’ is, wat betekent dat de oorspronkelijke nestlocatie is verdwenen of onbereikbaar is gemaakt, zorgt dat voor een twee keer zo hoge bezetting als bij een andere reden van plaatsing.
Verder moet er geschikt fourageergebied nabij zijn. Met name open grasland valt in de smaak, want daarboven kunnen ze goed jagen op vliegende insecten.
Kortom: huiszaluwtillen zijn, mits ze op de juiste plek en om de juiste redenen worden geplaatst, een prima maatregel om te nemen. Maar, zoals altijd in de natuur geldt: geduld is ook hierbij een vereiste. Een til zal niet van de één op andere dag bezet zijn.
(Bron: Sovon Vogelonderzoek & Vogelbescherming Nederland)