Coördinator
Raymond van Breemen
Emailadres
roofvogels@westbrabantsevwg.nl
Doel
Het doen van verspreiding- en broed biologisch onderzoek aan roofvogels.
Een bijdrage leveren aan roofvogelbescherming door het geven van voorlichting en educatie (o.a. excursies) en door alert te zijn op en, waar mogelijk, op te treden tegen vervolging en overige bedreigingen.
Gebied
Van september tot en met maart worden overwinterende roofvogels geteld in het beemdengebied van de Mark tussen de spoorlijn Oudenbosch Zevenbergen en de A16. Wanneer er zich meer actieve leden aanmelden, dan kan het gebied eventueel in oostelijke richting worden uitgebreid.
In december tellen we roofvogels in een groot deel van West Brabant, met name in de zeeklei- en laagveenregio.
Van maart tot augustus inventariseren we broedende roofvogels in een gebied ten noorden van Etten-Leur: Zwartenbergse Polder, Haagse Dijk/Strijpen, de Berk, de Hooiberg en de Oostpolder. Veelal betreft het hier Staatsbosbeheerterreinen. Enkele percelen zijn in bezit van de gemeente Breda en een aantal dijken zijn eigendom van het waterschap.
In december tellen we roofvogels in een groot deel van West Brabant.
Van maart tot augustus inventariseren we broedvogels ten noorden van Etten-Leur: Zwartenbergse Polder, Haagse Dijk/Strijpen, de Berk, de Hooiberg en de Oostpolder. Veelal betreft het terrein van Staatsbosbeheer. Enkele gebieden zijn van de gemeente Breda of het waterschap.
Werkwijze
Tijdens de wintertellingen worden vaste telgebieden per fiets of auto doorkruist. Regelmatig wordt gestopt en wordt met verrekijker en telescoop gezocht naar aanwezige roofvogels. Deze worden vervolgens op kaarten ingetekend.
In voorjaar en zomer wordt actief naar nesten gespeurd (de enige betrouwbare methode om het aantal roofvogelbroedparen vast te stellen). Om verstoring tot een minimum te beperken wordt gewerkt volgens de methode als beschreven in de Handleiding veldonderzoek roofvogels (Bijlsma 1997, KNNV uitgeverij, Utrecht). Van een aantal nesten met name de torenvalken in de kasten worden broed biologische gegevens verzameld door de jongen te meten en te wegen , en eventueel te ringen . Zo verkrijgen we inzicht in de conditie, de overleving en de dispersie van de vogels. Alle gegevens worden verzameld op nestkaarten ten behoeve van SOVON en de Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN).
Bijzonderheden
Huidig aantal deelnemers: 11 (+/- 23 tellers bij de decembertelling). Nieuwe deelnemers zijn welkom.
Er is keuze tussen een éénmalige telling in West Brabant in december (waarbij onervaren vogelaars kunnen aansluiten bij ervaren tellers) óf een maandelijkse telling van september t/m maart binnen het werkgebied van de west Brabantse vogelwerkgroep, (waarvoor het zelfstandig kunnen determineren van roofvogels dringend gewenst is).
Tijdens de decembertelling (één maal per jaar) kunnen onervaren vogelaars aansluiten bij ervaren tellers. Help je mee bij de maandelijkse tellingen van september tot en met maart, dan is het zelfstandig kunnen determineren van roofvogels gewenst.
Er wordt nauw samengewerkt met de Vlieghaai, een natuurvereniging die actief is op Vliegbasis Gilze Rijen.
Geboekte resultaten
Vanaf 2005 zijn jaarlijks overwinterende roofvogels geteld in de noord westhoek van onze provincie. Deze tellingen worden uitgevoerd door circa 20 personen. De resultaten zijn steeds in het Hupke gepubliceerd.
Broedroofvogels worden vanaf 2009 geïnventariseerd. Van af 2012 word gewerkt met broedvogel monitoring project van de sovon ( BMP onderzoek), via de website van de sovon worden de waarnemingen automatische geclusterd en de territoria vastgelegde. Van de resultaten wordt een verslag gemaakt dat we verspreiden onder de terreinbeheerders, en de werkgroep roofvogels Nederland.
In 2009 is op de luchtmacht toren in Breda een nestkast voor Slechtvalken geplaatst. In Ulvenhout is in 2015 een slechtvalkenkast geplaats op de Laurentiuskerk toren; tot op heden nog onbewoond door slechtvalken. In 2019 is een slechtvalkkast geplaatst op de toren van de grote Kerk van Breda, vanaf 2021 word hier met succes gebroed.
In het buitengebied van Breda zijn op 12 locaties (natuurgebieden in beheer bij de gemeente Breda ) Torenvalkkasten geplaatst; hiervan wordt goed gebruik gemaakt.
Laatste inhoudelijke wijziging 01-01-2024
Gebiedsbeheer om biodiversiteit van flora en fauna in het gebied te behouden naar het vroegere karakter als kleinschalig weidegebied.
Het onderhouden en aanplanten van knotwilgen doen we om de biotoop van de steenuil in stand te houden.
De werkgroep zet zich in om het graslandgebied zo goed mogelijk te beheren door de vogels maandelijks te inventariseren.
Jaarrond inventariseren van de in het gebied aanwezige vogels. Hiermee komen we tot een jarenlange trend van soorten en aantallen.
Het gebied wordt beheerd door Natuurmonumenten, waarvoor wij de vogels aanwezig in het gebied helpen monitoren.
Het organiseren van lezingen over een soort of gebied, en onderwerpen die te maken hebben met het monitoren of beschermen van vogels.
Bescherming van vogels in de bebouwde kom van Breda. Via voorlichting, adviseren, en door het uitvoeren van onderzoek en inventarisaties.
Van oktober tot maart op een gestructureerde manier inventariseren om zicht op de soorten en aantallen van de watervogels te houden.
Leden van de vogelwerkgroep gaan graag met elkaar op pad om vogels in voor hen nieuwe gebieden te ontdekken tijdens een excursie.
Een bijdrage leveren aan de bescherming van roofvogels. Dit doen we door educatie, en het doen van inventarisaties en onderzoek.
Alle uilen in en om Breda beschermen door het doen van onder andere tellingen en onderzoek, en het plaatsen van nestkasten.
Weidevogelbescherming door voorlichting, en het opsporen en beschermen van nesten op die percelen waar grondbewerkingen plaatsvinden.